A. Samenvatting
Dit Fonds promoot ecologische of sociale kenmerken, maar hanteert geen duurzame beleggingsdoelstelling. Het Fonds wordt passief beheerd en streeft ernaar de volgende ecologische en sociale kenmerken te promoten door de prestaties van de Bloomberg MSCI EUR Corporate Climate Paris Aligned ESG Select Index, de Benchmarkindex, te repliceren: (1) uitsluiting van emittenten die geacht worden betrokken te zijn bij bepaalde activiteiten waarvan wordt aangenomen dat ze negatieve ecologische en/of sociale gevolgen hebben; (2) uitsluiting van emittenten die geacht worden betrokken te zijn bij zeer ernstige ESG-gerelateerde controverses; (3) blootstelling aan emittenten die werden geselecteerd en gewogen om in overeenstemming te zijn met de klimaatverbintenissen uiteengezet in de Overeenkomst van Parijs; en (4) blootstelling aan beleggingen die kwalificeren als duurzame beleggingen.
Hoewel het Fonds geen duurzame beleggingsdoelstelling heeft, houdt het een minimumpercentage aan duurzame beleggingen aan. BlackRock beschouwt duurzame beleggingen als beleggingen in emittenten of effecten die bijdragen aan het behalen van een ecologische of sociale doelstelling, mits deze belegging geen ernstige afbreuk doet aan deze doelstellingen, en de ondernemingen waarin is belegd praktijken op het gebied van goed bestuur toepassen. Doordat het Fonds belegd is in een effectenportefeuille die, voor zover mogelijk en praktisch uitvoerbaar, bestaat uit de effecten die zijn opgenomen in de Benchmarkindex van het Fonds, wordt een deel van de beleggingen van het Fonds aangemerkt als duurzame beleggingen.
De volgende beleggingen van het Fonds kwalificeren als duurzame beleggingen: (1) vastrentende effecten die zijn ingedeeld als 'groene obligaties'; (2) activiteiten die geacht worden een bijdrage te leveren aan positieve ecologische en/of sociale gevolgen, of (3) emittenten die zich hebben verbonden aan een of meer doelstellingen voor de reductie van actieve koolstofemissie die zijn goedgekeurd door het Science Based Targets-initiatief (SBTi).
Bij elke herschikking van de index worden de ecologische of sociale indicatoren van alle beleggingen die als duurzaam kwalificeren, gescreend ten opzichte van bepaalde minimumwaarden. Wanneer een belegging is geïdentificeerd als zijn gerelateerd aan activiteiten die worden geacht zeer negatieve ecologische en sociale gevolgen te hebben, komt deze niet in aanmerking als duurzame belegging.
Het beleggingsbeleid van het Fonds bestaat erin te beleggen in een portefeuille die, voor zover mogelijk en praktisch uitvoerbaar, bestaat uit de effecten die zijn opgenomen in de Benchmarkindex, en daarmee te voldoen aan de ESG-kenmerken van de Benchmarkindex (zoals nader omschreven in Hoofdstuk D. 'Beleggingsstrategie' hieronder). Door te beleggen in de effecten van de Benchmarkindex stelt de beleggingsstrategie van het Fonds het in staat om te voldoen aan de ESG-vereisten van de Benchmarkindex zoals bepaald door de indexaanbieder. Het Fonds houdt rekening met de belangrijkste ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren door de Benchmarkindex te repliceren, die bij de selectie van effecten voor de index bepaalde ESG-criteria hanteert.
Het Fonds stelt zich ten doel te beleggen in een effectenportefeuille die, voor zover mogelijk en praktisch uitvoerbaar, bestaat uit de effecten die zijn opgenomen in de Benchmarkindex. Naar verwachting zal ten minste 80% van de activa van het Fonds worden belegd in effecten uit de Benchmarkindex. Het Fonds heeft zich er op het moment van schrijven niet toe verplicht meer dan 0% van de activa te beleggen in duurzame beleggingen met een ecologische doelstelling die afgestemd is op de EU-Taxonomie. Het Fonds verbindt zich er momenteel niet toe te beleggen in activiteiten gerelateerd aan fossiel gas en/of kernenergie die voldoen aan de EU-Taxonomie.
Het Fonds streeft ernaar het rendement van de Benchmarkindex te repliceren, die afhankelijk van de gebruikte methodologie bepaalde ESG-criteria hanteert bij de effectenselectie. BlackRock controleert of het Fonds zich houdt aan de ecologische en sociale kenmerken die het Fonds wil promoten. De doelstelling van het Fonds is het rendement van de Benchmarkindex te repliceren. De ecologische en/of sociale kenmerken van het Fonds zijn geïntegreerd in de methodologie van de Benchmarkindex en in het kader van de monitoring van het Fonds wordt bij elke herschikking nagegaan of er afwijkingen zijn in het nakomen van de duurzaamheidsverplichtingen van het Fonds.
De Portefeuillebeheerders van BlackRock hebben toegang tot onderzoek, gegevens, tools en analyses om ESG-inzichten in hun beleggingsproces te integreren. ESG-datasets zijn afkomstig van externe gegevens- en indexaanbieders, waaronder MSCI, Sustainalytics, Refinitiv, S&P en Clarity AI. De interne processen van BlackRock zijn gericht op het leveren van gestandaardiseerde consistente gegevens van hoge kwaliteit voor gebruik door beleggingsprofessionals en voor transparantie- en rapportagedoeleinden. De gegevens, inclusief ESG-gegevens, worden ontvangen via onze bestaande interfaces, waarna ze aan een reeks kwaliteits- en volledigheidscontroles worden onderworpen om ervoor te zorgen dat de gegevens die gebruikt worden in BlackRock-systemen en -applicaties, zoals Aladdin, van goede kwaliteit zijn.
BlackRock past een uitgebreid due-diligence-proces toe om het aanbod van aanbieders te evalueren aan de hand van zeer gerichte beoordelingen van de methodologie en de dekking, gebaseerd op de duurzame-beleggingsstrategie (en de ecologische en sociale kenmerken of de duurzame beleggingsdoelstelling) van het product. Ons proces omvat zowel kwalitatieve als kwantitatieve analyses om de geschiktheid van gegevensproducten te beoordelen overeenkomstig de toepasselijke reguleringsnormen.
Duurzaam beleggen en het inzicht in duurzaamheid evolueert mee met de data-omgeving. De spelers uit de sector, waaronder indexaanbieders, staan voor de uitdaging om één enkele maatstaf of een reeks gestandaardiseerde maatstaven te identificeren waarmee een volledig beeld kan worden verkregen van een bedrijf of een belegging. ESG-datasets veranderen en worden steeds beter naarmate de standaarden voor informatieverschaffing, de regelgevende kaders en de praktijken in de sector evolueren. In sommige omstandigheden zijn gegevens niet beschikbaar, onvolledig of onnauwkeurig. Ondanks redelijke inspanningen om de informatie te verkrijgen, is deze niet altijd beschikbaar. In dat geval zal de indexaanbieder een beoordeling maken op basis van zijn kennis van de betreffende belegging of sector. In bepaalde gevallen kunnen gegevens betrekking hebben op acties die de emittent mogelijk pas achteraf heeft ondernomen, en geven ze niet alle mogelijke gevallen van ernstige afbreuk weer.
De Beleggingsbeheerder voert een due-diligence-onderzoek uit bij de indexaanbieders en onderhoudt een doorlopende dialoog met hen over de indexmethoden, waaronder de manier waarop ze criteria voor goed bestuur beoordelen, zoals uiteengezet in de SFDR. Dit omvat onder andere, voor elk van de bedrijven waarin wordt belegd, goede managementstructuren, betrekkingen met werknemers, beloning van het betrokken personeel en naleving van de belastingwetgeving.
De Beleggingsbeheerder voert in het kader van de beleggingsstrategie van het Fonds geen directe engagementactiviteiten uit met de bedrijven/emittenten van de Benchmarkindex. De Beleggingsbeheerder onderhoudt een rechtstreekse dialoog met index- en gegevensaanbieders om betere analyses en meer stabiliteit in de ESG-statistieken te garanderen. Engagement met bedrijven waarin we het vermogen van onze klanten beleggen, vindt plaats op meerdere niveaus binnen BlackRock. Wanneer een beleggingsteam ervoor kiest om engagement te gebruiken, kan dit verschillende vormen aannemen, maar in essentie zal het team van portefeuillebeheerders streven naar een regelmatige en doorlopende dialoog met leidinggevenden of bestuursleden van de betrokken bedrijven waarin wordt belegd om goed bestuur en duurzame zakelijke praktijken te bevorderen, gericht op de geïdentificeerde ESG-kenmerken en belangrijkste ongunstige indicatoren, en om inzicht te krijgen in de doeltreffendheid van zowel het management van het bedrijf als het toezicht op de activiteiten die zijn ontwikkeld om de geïdentificeerde ESG-kwesties aan te pakken. Engagement stelt het team van portefeuillebeheerders ook in staat feedback te geven over de praktijken en informatieverschaffing van bedrijven.
De Benchmarkindex is aangewezen als referentiebenchmark om te bepalen of het Fonds is afgestemd op de ecologische en/of sociale kenmerken die het promoot.
B. Geen duurzame beleggingsdoelstelling
Dit Fonds promoot ecologische of sociale kenmerken, maar hanteert geen duurzame beleggingsdoelstelling.
Hoewel het Fonds geen duurzame beleggingsdoelstelling heeft, houdt het een minimumpercentage aan duurzame beleggingen aan. Doordat het Fonds belegd is in een portefeuille van vastrentende waarden die, voor zover mogelijk en praktisch uitvoerbaar, bestaan uit de effecten die zijn opgenomen in de Benchmarkindex van het Fonds, wordt een deel van de beleggingen van het Fonds aangemerkt als duurzame beleggingen.
De volgende beleggingen van het Fonds kwalificeren als duurzame beleggingen: (1) vastrentende effecten die zijn ingedeeld als 'groene obligaties'; (2) activiteiten die geacht worden een bijdrage te leveren aan positieve ecologische en/of sociale gevolgen, of (3) emittenten die zich hebben verbonden aan een of meer doelstellingen voor de reductie van actieve koolstofemissie die zijn goedgekeurd door het Science Based Targets-initiatief (SBTi).
Bij elke herschikking van de index worden de ecologische of sociale indicatoren van alle beleggingen die als duurzaam kwalificeren, beoordeeld ten opzichte van bepaalde minimumwaarden.
In het kader van de beoordeling worden emittenten beoordeeld op hun betrokkenheid bij activiteiten die geacht worden zeer negatieve ecologische en sociale gevolgen te hebben. Wanneer een emittent is geïdentificeerd als betrokken partij bij activiteiten met zeer negatieve ecologische en sociale gevolgen, komt het niet in aanmerking als duurzame belegging.
Voor obligaties die kwalificeren als groene obligaties, wordt de beoordeling uitgevoerd op uitgifteniveau en zal deze zijn gebaseerd op het gebruik van de opbrengst van de obligaties, die formeel en uitsluitend moet worden aangewend om het klimaat of andere ecologische duurzaamheidsdoeleinden te bevorderen. Bovendien zijn in het selectieproces van groene obligaties bepaalde minimumwaarborgen en uitsluitingscriteria opgenomen om blootstelling aan obligaties die verband houden met activiteiten die geacht worden zeer negatieve ecologische en maatschappelijke gevolgen te hebben, te voorkomen.
De verplichte indicatoren voor ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren (zoals uiteengezet in de technische reguleringsnormen (Regulatory Technical Standards, RTS) van de SFDR) worden bij elke herschikking van de index in aanmerking genomen in de beoordeling van de beleggingen van het Fonds die als duurzaam kwalificeren.
Op basis van deze beoordeling worden de volgende beleggingen in emittenten niet aangemerkt als duurzame belegging: (1) emittenten die geacht worden minstens 1% van hun omzet te genereren uit activiteiten die verband houden met thermische steenkool, die zeer koolstofintensief zijn en sterk bijdragen aan de uitstoot van broeikasgassen (rekening houdend met indicatoren met betrekking tot de uitstoot van broeikasgassen) (2) emittenten die geacht worden betrokken te zijn bij ernstige ESG-gerelateerde controverses (op grond van indicatoren voor de uitstoot van broeikasgassen, biodiversiteit, water, afval en sociale en werknemersaangelegenheden), en (3) emittenten die geacht worden een achterstand te hebben op hun sectorgenoten op basis van hun hoge blootstelling aan significante ESG-risico's en hun onvermogen om deze te beheren (op grond van indicatoren voor de uitstoot van broeikasgassen, biodiversiteit, water, afval, niet-gecorrigeerde loonkloof tussen mannen en vrouwen en genderdiversiteit in de raad van bestuur).
Wat betreft groene obligaties, wordt bij elke herschikking van de index rekening gehouden met ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren en deze worden beoordeeld op uitgifteniveau op basis van het gebruik van de opbrengst van de obligaties, die formeel en uitsluitend moet worden aangewend om het klimaat of andere ecologische duurzaamheidsdoeleinden te bevorderen. Daarnaast zijn in het selectieproces van groene obligaties bepaalde minimumwaarborgen en uitsluitingscriteria opgenomen om te garanderen dat de opbrengst ervan niet wordt gebruikt voor activiteiten met zeer negatieve ecologische en sociale gevolgen. Dit omvat onder meer minimumwaarborgen en uitsluitingscriteria voor obligaties waarvan de opbrengst wordt gebruikt voor activiteiten die verband houden met winning van thermische steenkool, energieopwekking met thermische steenkool, significante verliezen aan biodiversiteit en controversiële wapens.
Bij elke herschikking van de index worden tevens de volgende bedrijven uit de Benchmarkindex verwijderd: (1) bedrijven met een "rood" oormerk van MSCI voor ESG-controverses, waaronder bedrijven waarvan is vastgesteld dat ze internationale en/of nationale normen schenden (op grond van indicatoren voor schending van de beginselen uit het Global Compact van de Verenigde Naties en de richtsnoeren voor multinationale ondernemingen van de OESO), en (2) bedrijven waarvan is vastgesteld dat ze betrokken zijn bij activiteiten die verband houden met controversiële wapens (op grond van indicatoren voor betrokkenheid bij controversiële wapens).
De Benchmarkindex van het Fonds sluit emittenten uit die een "rood" oormerk voor ESG-controverses hebben, dat wil zeggen emittenten waarvan de indexaanbieder heeft vastgesteld dat ze in strijd zijn met de leidende beginselen van de VN inzake bedrijfsleven en mensenrechten en de richtsnoeren voor multinationale ondernemingen van de OESO. Bij elke herschikking van de index past de Benchmarkindex de bovenstaande uitsluitingscriteria toe.
C. Ecologische of sociale kenmerken van het financiële product
Het Fonds wordt passief beheerd en streeft ernaar de volgende ecologische en sociale kenmerken te promoten door de prestaties van de Bloomberg MSCI EUR Corporate Climate Paris Aligned ESG Select Index, de Benchmarkindex, te repliceren:
1. uitsluiting van emittenten die geacht worden betrokken te zijn bij bepaalde activiteiten waarvan wordt aangenomen dat ze negatieve ecologische en/of sociale gevolgen hebben;
2. uitsluiting van emittenten die geacht worden betrokken te zijn bij zeer ernstige ESG-gerelateerde controverses;
3. blootstelling aan emittenten die werden geselecteerd en gewogen om in overeenstemming te zijn met de klimaatverbintenissen uiteengezet in de Overeenkomst van Parijs; en
4. blootstelling aan beleggingen die kwalificeren als duurzame beleggingen.
Die ecologische en sociale kenmerken worden bij elke herschikking van de index geïntegreerd via de selectie van de componenten van de Benchmarkindex van het Fonds (zoals hieronder beschreven).
De Benchmarkindex is door de indexaanbieder aangemerkt als een op de Overeenkomst van Parijs afgestemde EU-benchmark (zoals bedoeld in de Benchmarkverordening) en moet dienovereenkomstig worden opgesteld in overeenstemming met de minimumnormen die de Benchmarkverordening voorschrijft met betrekking tot de criteria voor de selectie, weging en, waar van toepassing, uitsluiting van de onderliggende activa, om afgestemd te zijn op de klimaatverbintenissen uit de Overeenkomst van Parijs.
De Benchmarkindex sluit emittenten uit van de Bloomberg Euro Corporate Index (de "Moederindex") die betrokken zijn bij bepaalde activiteiten die geacht worden negatieve ecologische of sociale gevolgen te hebben. De Benchmarkindex sluit emittenten uit die betrokken zijn bij de volgende productcategorieën of activiteiten (of gerelateerde activiteiten):
• controversiële wapens
• tabak
• thermische kolen
• olie en gas
• stroomopwekking
• kernwapens
• civiele vuurwapens
• olie en gas (met inbegrip van niet-conventionele olie en gas)
• conventionele wapens
• wapensystemen, componenten en ondersteunende systemen en diensten
Voor elke beperkte activiteit definieert de indexaanbieder de term "betrokkenheid". Dat kan gebaseerd zijn op het percentage van de omzet, een vastgelegde totale-omzetdrempel, of op basis van iedere verbinding met een activiteit waarvoor beperkingen gelden, ongeacht hoeveel omzet daaruit behaald wordt.
De Benchmarkindex sluit ook emittenten uit van de Moederindex die zijn geclassificeerd als zijnde in strijd met de beginselen van het Global Compact van de Verenigde Naties (dit zijn algemeen aanvaarde duurzaamheidsprincipes voor bedrijven die voldoen aan hun fundamentele verantwoordelijkheden op gebieden als corruptiebestrijding, mensenrechten, arbeid en milieu) of die een "rode" ESG-controverse-score of milieucontroverse-score van MSCI hebben. De controverse-score van MSCI is een maatstaf voor de betrokkenheid (of vermeende betrokkenheid) van een emittent bij ernstige controverses op basis van een beoordeling van de activiteiten en/of producten van de emittent die geacht worden een negatieve ESG-impact te hebben. Een controverse-score van MSCI kan verwijzen naar betrokkenheid bij activiteiten met een negatieve impact die verband houdt met milieukwesties zoals biodiversiteit en landgebruik, energie en klimaatverandering, waterstress, uitstoot van giftige stoffen en afvalkwesties. Een controverse-score van MSCI kan ook gebaseerd zijn op betrokkenheid bij activiteiten met een negatieve impact die verband houdt met sociale kwesties zoals mensenrechten, arbeidsverhoudingen, discriminatie en diversiteit van het personeelsbestand.
Emittenten uit sectoren waaraan MSCI een ESG-rating heeft toegekend, worden alleen in de Benchmarkindex opgenomen als de betreffende emittent een MSCI ESG-rating heeft en als die rating B of hoger is. Een MSCI ESG-rating is ontworpen om te meten in hoeverre een emittent in staat is om de belangrijkste ESG-risico's van zijn sector op lange termijn het hoofd te bieden en ESG-risico's en -kansen te beheren, vergeleken met zijn sectorgenoten. De indexaanbieder kan de volgende ecologische thema's in overweging nemen bij het bepalen van de ESG-score van een emittent in het kader van de ESG-ratingmethode: mitigatie van klimaatverandering als gevolg van de uitstoot van broeikasgassen, afval en andere uitstoot, landgebruik en biodiversiteit. De indexaanbieder kan daarnaast de volgende sociale thema's in overweging nemen bij het bepalen van de ESG-score van een emittent in het kader van de ESG-ratingmethode: toegang tot basisdiensten, relatie met de gemeenschap, gegevensprivacy en -beveiliging, menselijk kapitaal, gezondheid en veiligheid en productbeheer. In de MSCI ESG-ratingmethode wordt er rekening mee gehouden dat sommige kwesties op het gebied van milieu en maatschappij relevanter zijn voor bepaalde typen bedrijfsactiviteiten: concreet gebeurt dit door de wegingen van specifieke kwesties in de beoordeling af te stemmen op de situatie. Volgens de indexaanbieder zijn emittenten met een hogere MSCI ESG-score mogelijk beter gepositioneerd om toekomstige ESG-gerelateerde uitdagingen en risico's te beheren dan hun sectorgenoten.
Na toepassing van bovenstaande uitsluitingscriteria worden bij elke herschikking van de index de componenten van de Benchmarkindex geselecteerd en gewogen met behulp van het optimaliseringsproces van de indexaanbieder, dat tot doel heeft:
• de gewogen gemiddelde absolute BKG-emissie (Scope 1+2+3) met 50% te verminderen in vergelijking met de Moederindex;
• de gewogen gemiddelde BKG-emissie (Scope 1+2+3) jaarlijks met 10% te verminderen;
• de gewogen gemiddelde koolstofintensiteit met 50% te verminderen in vergelijking met de Moederindex;
• de gewogen gemiddelde koolstofintensiteit jaarlijks met 10% te verminderen;
• de gewogen gemiddelde inkomsten uit groene activiteiten te verhogen ten opzichte van de Moederindex;
• een bepaalde minimale verhouding tussen groene en fossiele brandstoffen te bereiken ten opzichte van de Moederindex;
• de gewogen blootstelling aan emittenten met koolstofreductiedoelstellingen te verhogen ten opzichte van de Moederindex; en
• de gewogen gemiddelde ESG-score te verhogen ten opzichte van de Moederindex.
Meer informatie over waar nadere inlichtingen over de methodologie van de Benchmarkindex te verkrijgen zijn (met inbegrip van nadere inlichtingen over de uitsluitingsscreenings en optimaliseringsbeperkingen die de indexaanbieder toepast), is te vinden onder 'L – Aangewezen referentiebenchmark'.
D. Beleggingsstrategie
Het beleggingsbeleid van het Fonds bestaat erin te beleggen in een portefeuille van vastrentende effecten die, voor zover mogelijk en praktisch uitvoerbaar, bestaat uit de effecten die zijn opgenomen in de Benchmarkindex, en daarmee te voldoen aan de ESG-kenmerken van de Benchmarkindex. In 'Hoofdstuk C - Ecologische of sociale kenmerken van het financiële product' wordt de indexmethodiek van de Benchmarkindex nader omschreven.
Door te beleggen in de effecten van de Benchmarkindex stelt de beleggingsstrategie van het Fonds het in staat om te voldoen aan de ESG-vereisten van de Benchmarkindex zoals bepaald door de indexaanbieder. Indien een belegging niet meer aan de criteria voldoet, kan het Fonds deze alleen aanhouden totdat het betreffende effect geen deel meer uitmaakt van de Benchmarkindex en het mogelijk en praktisch haalbaar is (naar de mening van de Beleggingsbeheerder) om de positie te liquideren.
Het Fonds kan optimalisatietechnieken gebruiken om een rendement te behalen dat vergelijkbaar is met dat van de Benchmarkindex, wat inhoudt dat het is toegestaan om te beleggen in effecten die geen deel uitmaken van de Benchmarkindex, mits de prestaties van dergelijke effecten vergelijkbaar zijn (met een overeenkomstig risicoprofiel) met die van bepaalde effecten die wel deel uitmaken van de Benchmarkindex. Als het Fonds dat doet, bestaat zijn beleggingsstrategie erin alleen te beleggen in emittenten die deel uitmaken van de Benchmarkindex of in emittenten die op het moment van aankoop voldoen aan de ESG-vereisten van de Benchmarkindex. Als dergelijke effecten niet meer voldoen aan de ESG-vereisten van de Benchmarkindex, mag het Fonds dergelijke effecten alleen aanhouden tot de volgende portefeuilleherschikking en totdat het mogelijk en praktisch haalbaar is (naar de mening van de Beleggingsbeheerder) om de positie te liquideren.
De strategie wordt geïmplementeerd bij elke herschikking van de portefeuille van het Fonds volgend op de herschikking van de Benchmarkindex.
Het bindende fundament van de beleggingsstrategie van het Fonds bestaat erin te beleggen in een portefeuille van vastrentende effecten die, voor zover mogelijk en praktisch uitvoerbaar, bestaat uit de effecten die zijn opgenomen in de Benchmarkindex, en daarmee te voldoen aan de ESG-kenmerken van de Benchmarkindex.
Aangezien het Fonds optimalisatietechnieken kan gebruiken en kan beleggen in effecten die geen deel uitmaken van de Benchmarkindex, bestaat zijn beleggingsstrategie erin om alleen te beleggen in emittenten die deel uitmaken van de Benchmarkindex of in emittenten die op het moment van aankoop voldoen aan de ESG-vereisten van de Benchmarkindex.
Indien een belegging niet meer aan de ESG-vereisten van de Benchmarkindex voldoet, kan het Fonds deze alleen aanhouden totdat het betreffende effect geen deel meer uitmaakt van de Benchmarkindex en/of het mogelijk en praktisch haalbaar is (naar de mening van de Beleggingsbeheerder) om de positie te liquideren.
Inaanmerkingneming van de belangrijkste ongunstige effecten (PAI's) op duurzaamheidsfactoren
Het Fonds houdt rekening met de belangrijkste ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren door de Benchmarkindex te repliceren, die bij de selectie van effecten voor de index bepaalde ESG-criteria hanteert. De Beleggingsbeheerder heeft bepaald dat de hieronder genoemde belangrijkste ongunstige effecten (PAI's) bij elke herschikking van de index worden beschouwd als onderdeel van de selectiecriteria van de Benchmarkindex van het Fonds:
• Broeikasgasemissies
• Koolstofvoetafdruk
• Broeikasgasintensiteit van de bedrijven in de portefeuille.
• Blootstelling aan ondernemingen actief in de sector fossiele brandstoffen.
• % Niet-hernieuwbaar/Hernieuwbaar
• Aandeel van beleggingen in bedrijven met locaties/activiteiten in of nabij biodiversiteitsgevoelige gebieden en waarbij de activiteiten van de bedrijven waarin wordt belegd negatieve gevolgen hebben voor die gebieden.
• Aantal tonnen lozingen in water van de bedrijven waarin wordt belegd per belegd kapitaal van EUR 1 miljoen, uitgedrukt als gewogen gemiddelde.
• Aantal tonnen gevaarlijk afval van de bedrijven waarin wordt belegd per belegd kapitaal van EUR 1 miljoen, uitgedrukt als gewogen gemiddelde.
• Blootstelling aan bedrijven die betrokken zijn geweest bij inbreuken op de beginselen van het Global Compact van de VN of de richtlijnen voor multinationale ondernemingen van de OESO.
• Blootstelling aan bedrijven die betrokken zijn bij de productie of verkoop van controversiële wapens.
Het jaarverslag van het Fonds zal informatie bevatten over de hierna uiteengezette belangrijkste ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren.
Beleid voor goed bestuur
In de methode van de Benchmarkindex zijn governance-controles opgenomen. Bij elke herschikking van de index sluit de indexaanbieder bedrijven uit van de Benchmarkindex op basis van hun ESG-controverse-score (een maatstaf voor de betrokkenheid van een emittent bij ESG-gerelateerde controverses), waarbij ook bedrijven worden uitgesloten die zijn geclassificeerd als zijnde in strijd met de beginselen uit het Global Compact van de Verenigde Naties, zie 'Hoofdstuk C - Ecologische of sociale kenmerken van het financiële product'.
E. Aandeel beleggingen
Het Fonds stelt zich ten doel te beleggen in een effectenportefeuille die, voor zover mogelijk en praktisch uitvoerbaar, bestaat uit de effecten die zijn opgenomen in de Benchmarkindex.
Naar verwachting zal ten minste 80% van de activa van het Fonds worden belegd in effecten uit de Benchmarkindex of in effecten die voldoen aan de ESG-selectiecriteria van de Benchmarkindex. Bij elke herschikking van de index wordt de portefeuille van het Fonds dan ook geherbalanceerd in lijn met de Benchmarkindex, zodat ten minste 80% van de activa van het Fonds voldoet aan de ESG-selectiecriteria van de Benchmarkindex (dit omvat 20% van de activa van het Fonds die gekwalificeerd zijn als duurzame belegging) (zoals bepaald bij die herschikking).
Indien een belegging niet meer aan de ESG-vereisten van de Benchmarkindex voldoet, kan het Fonds deze aanhouden totdat het betreffende effect geen deel meer uitmaakt van de Benchmarkindex (of anderszins niet meer voldoen aan de ESG-selectiecriteria van de Benchmarkindex) en het mogelijk en praktisch haalbaar is (naar de mening van de Beleggingsbeheerder) om de positie te liquideren.
Op of rond het moment van herschikking van de index wordt telkens beoordeeld welke beleggingen van het Fonds als duurzaam kwalificeren, waarna de portefeuille van het Fonds wordt geherbalanceerd in lijn met de Benchmarkindex. Als een belegging in de periode tussen twee herschikkingen van de index niet langer als duurzaam kwalificeert, kan het percentage duurzame beleggingen van het Fonds dalen tot onder de minimumgrens.
Maximaal 20% van de totale activa van het Fonds mag belegd zijn in andersoortige beleggingen.
Het Fonds kan gebruikmaken van derivaten voor beleggingsdoeleinden en ten behoeve van efficiënt portefeuillebeheer in verband met de ecologische of sociale kenmerken die door het Fonds worden gepromoot. Wanneer het Fonds derivaten gebruikt om ecologische of sociale kenmerken te promoten, zijn alle ESG-ratings of -analyses waarnaar hierboven wordt verwezen, van toepassing op de onderliggende belegging.
Het Fonds heeft zich er op het moment van schrijven niet toe verplicht meer dan 0% van de activa te beleggen in duurzame beleggingen met een ecologische doelstelling die afgestemd is op de EU-Taxonomie. Het Fonds verbindt zich er momenteel niet toe te beleggen in activiteiten gerelateerd aan fossiel gas en/of kernenergie die voldoen aan de EU-Taxonomie.
Dit Fonds heeft zich er op het moment van schrijven niet toe verplicht meer dan 0% van de activa te beleggen in transitie- en faciliterende activiteiten in de zin van de Taxonomieverordening.
Minimaal 20% van de activa van het Fonds zal worden belegd in duurzame beleggingen. Deze duurzame beleggingen zullen een combinatie zijn van duurzame beleggingen met ofwel een ecologische doelstelling die niet noodzakelijkerwijs aansluit bij de EU-Taxonomie ofwel een sociale doelstelling ofwel een combinatie van beide. De combinatie van duurzame beleggingen met een ecologische of sociale doelstelling kan in de loop van de tijd variëren, afhankelijk van de activiteiten van de emittenten uit de Benchmarkindex. Op of rond het moment van herschikking van de index wordt telkens beoordeeld welke beleggingen van het Fonds als duurzaam kwalificeren, waarna de portefeuille van het Fonds wordt geherbalanceerd in lijn met de Benchmarkindex.
Andersoortige beleggingen kunnen cash, geldmarktfondsen en derivaten zijn. Dergelijke beleggingen mogen alleen worden gebruikt met het oog op efficiënt portefeuillebeheer, met uitzondering van derivaten die worden gebruikt voor de valuta-afdekking van aandelenklassen met valuta-afdekking.
De ESG-ratings of -analyses die door de indexaanbieder worden toegepast, zijn alleen van toepassing op derivaten als deze gekoppeld zijn aan afzonderlijke emittenten die door het Fonds worden gebruikt. Voor derivaten op basis van financiële indexen, rentetarieven of valuta-instrumenten worden geen ecologische of sociale drempelwaarden gehanteerd.
F. Monitoren van de duurzame of sociale kenmerken
Doorlopende controle van de productintegriteit
BlackRock controleert of het Fonds zich houdt aan de ecologische en sociale kenmerken die het Fonds wil promoten. De doelstelling van het Fonds is het rendement van de Benchmarkindex te repliceren. De ecologische en/of sociale kenmerken van het Fonds zijn geïntegreerd in de methodologie van de Benchmarkindex en in het kader van de monitoring van het Fonds wordt bij elke herschikking nagegaan of er afwijkingen zijn in het nakomen van de duurzaamheidsverplichtingen van het Fonds.
BlackRock controleert gegevens op Fonds- en indexniveau om bij elke herschikking na te gaan of het Fonds aan deze kenmerken voldoet.
BlackRock controleert ook de tracking error van het Fonds en rapporteert dit aan beleggers in de jaar- en halfjaarverslagen en -rekeningen. In het prospectus van het Fonds is ook informatie over de verwachte tracking error opgenomen.
G. Methodologieën
Het Fonds streeft ernaar het rendement van de Benchmarkindex te repliceren, die afhankelijk van de gebruikte methodologie bepaalde ESG-criteria hanteert bij de effectenselectie (hierboven omschreven in Hoofdstuk C en meer in detail in hoofdstuk L).
Methodologieën
Daarnaast worden de volgende methodologieën gebruikt om te meten in welke mate wordt voldaan aan de sociale of ecologische kenmerken die door het Fonds worden gepromoot:
De Benchmarkindex maakt gebruikt van de ESG-controversegegevens van MSCI. Ga voor meer informatie naar https://www.msci.com/documents/10199/acbe7c8a-a4e4-49de-9cf8-5e957245b86b
De Benchmarkindex maakt gebruikt van de ESG-ratingmethode van MSCI. Ga voor meer informatie naar https://www.msci.com/our-solutions/esg-investing/esg-ratings
De Benchmarkindex maakt gebruik van screens van MSCI voor bedrijfsbetrokkenheid en UNGC-screens. Ga voor meer informatie naar https://www.msci.com/documents/1296102/1636401/MSCI_ESG_BIS_Research_Productsheet_April+2015.pdf/babff66f-d1d6-4308-b63d-57fb7c5ccfa9
De Benchmarkindex maakt gebruik van aanvullende screens. Raadpleeg voor meer informatie de indexmethodiek.
Methodologie voor Duurzame Beleggingen
Duurzame beleggingen worden geïdentificeerd op basis van een vierdelige beoordeling:
(i) Bijdrage van de economische activiteiten aan ecologische en/of sociale doelstellingen;
(ii) Geen ernstige afbreuk doen;
(iii) Voldoet aan minimumwaarborgen; en
(iv) Goed bestuur (indien van toepassing).
Een belegging moet aan alle vier de onderdelen van deze test voldoen om als een Duurzame Belegging te worden aangemerkt. Duurzame Beleggingen zijn onderworpen aan een degelijk toezichtsproces om ervoor te zorgen dat aan de wettelijke normen wordt voldaan.
(i) Bijdrage van de economische activiteiten aan ecologische en/of sociale doelstellingen
Ecologische en sociale doelstellingen
BlackRock identificeert Duurzame Beleggingen die bijdragen aan de verwezenlijking van verschillende ecologische en/of sociale doelstellingen, waaronder, maar niet beperkt tot, alternatieve en hernieuwbare energie, energie-efficiëntie, preventie of beperking van verontreiniging, hergebruik en recycling, gezondheid, voeding, sanitaire voorzieningen en onderwijs en de Duurzameontwikkelingsdoelstellingen van de VN en andere duurzaamheidsgerelateerde kaders (gezamenlijk "Milieu- en sociale doelstellingen").
Beoordeling van een economische activiteit
Een belegging wordt als een Duurzame Belegging aangemerkt (mits voldaan wordt aan de andere drie onderdelen):
Bedrijfsactiviteiten
• Er is systematisch vastgesteld, met behulp van gegevens van externe aanbieders, dat minimaal 20% van de inkomsten kunnen worden toegeschreven aan producten en/of diensten die bijdragen aan ecologische en/of sociale doelstellingen.
Bedrijfspraktijken
• De emittent een decarbonisatiedoelstelling heeft bepaald in overeenstemming met de Science Based Targets-initiatieven (SBTi) die bevestigd is aan de hand van gegevens van externe aanbieders. De SBTi's hebben tot doel een duidelijk omschreven traject te bieden voor bedrijven en financiële instellingen om de uitstoot van broeikasgassen (BKG's) te verminderen om in overeenstemming te zijn met de doelstellingen van de Overeenkomst van Parijs en om de ergste gevolgen van de klimaatverandering te helpen voorkomen.
Vastrentende effecten
• Als een fonds belegt in obligaties waarvan de opbrengsten worden aangewend voor een specifiek doel, is een dergelijke obligaties een Duurzame Belegging als het gebruik van de opbrengsten substantieel bijdraagt aan een ecologische en/of sociale doelstelling zoals bepaald aan de hand van een fundamentele beoordeling.
De Duurzame Beleggingen van een fonds kunnen een of meer van de bovenstaande ecologische en/of sociale doelstellingen hebben, afhankelijk van de beleggingsstrategie van het fonds. Wanneer wordt bepaald welke onderliggende beleggingen als Duurzame Belegging worden aangemerkt, kan BlackRock rekening houden met de door de indexaanbieder uitgevoerde beoordeling van duurzame beleggingen, of andere uitsluitingscriteria die zijn opgenomen in de indexmethodologie van de benchmark van het fonds.
(ii) Geen ernstige afbreuk doen aan ("DNSH")
Bij elke herschikking van de index worden de ecologische of sociale indicatoren van alle beleggingen die als duurzaam kwalificeren, beoordeeld ten opzichte van bepaalde minimumwaarden. In het kader van de beoordeling worden bedrijven beoordeeld op hun betrokkenheid bij activiteiten die geacht worden zeer negatieve ecologische en sociale gevolgen te hebben. Wanneer een bedrijf is geïdentificeerd als betrokken partij bij activiteiten met zeer negatieve ecologische en sociale gevolgen, komt het niet in aanmerking als duurzame belegging.
Wanneer het fonds belegt in obligaties waarvan de opbrengsten worden aangewend voor een specifiek doel, zoals groene obligaties, wordt de beoordeling uitgevoerd op uitgifteniveau en zal deze zijn gebaseerd op het gebruik van de opbrengst van de obligaties, die formeel en uitsluitend moet worden aangewend om het klimaat of andere ecologische of sociale duurzaamheidsdoeleinden te bevorderen. Bovendien zijn in het selectieproces van groene obligaties bepaalde minimumwaarborgen en uitsluitingscriteria opgenomen om blootstelling aan obligaties die verband houden met activiteiten die geacht worden zeer negatieve ecologische en maatschappelijke gevolgen te hebben, te voorkomen
De verplichte indicatoren voor ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren (zoals uiteengezet in de technische reguleringsnormen (Regulatory Technical Standards, RTS) van de SFDR) worden bij elke herschikking van de index in aanmerking genomen in de beoordeling van de beleggingen van het Fonds die als duurzaam kwalificeren.
Op basis van deze beoordeling worden de volgende beleggingen niet aangemerkt als Duurzame Belegging: (1) bedrijven die geacht worden minstens 1% van hun omzet te genereren uit activiteiten die verband houden met thermische steenkool, die zeer koolstofintensief zijn en sterk bijdragen aan de uitstoot van broeikasgassen (rekening houdend met indicatoren met betrekking tot de uitstoot van broeikasgassen) (2) bedrijven die geacht worden betrokken te zijn bij ernstige ESG-gerelateerde controverses (op grond van indicatoren voor de uitstoot van broeikasgassen, biodiversiteit, water, afval en sociale en werknemersaangelegenheden), en (3) bedrijven die geacht worden een achterstand te hebben op hun sectorgenoten op basis van hun hoge blootstelling aan significante ESG-risico's en hun onvermogen om deze te beheren (op grond van indicatoren voor de uitstoot van broeikasgassen, biodiversiteit, water, afval, niet-gecorrigeerde loonkloof tussen mannen en vrouwen en genderdiversiteit in de raad van bestuur).
Bedrijven die zijn geclassificeerd als schender of mogelijke schender van algemeen aanvaarde internationale normen en standaarden, zoals vastgelegd in de beginselen uit het Global Compact van de Verenigde Naties, de richtsnoeren voor multinationale ondernemingen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), de leidende beginselen van de VN inzake bedrijfsleven en mensenrechten en de onderliggende verdragen daarvan, worden niet aangemerkt als Duurzame Belegging. Bedrijven waarvan is vastgesteld dat ze betrokken zijn bij activiteiten die verband houden met controversiële wapens (op grond van indicatoren voor betrokkenheid bij controversiële wapens) worden niet aangemerkt als Duurzame Belegging.
(iii) Voldoen aan minimumwaarborgen
Emittenten die zijn geclassificeerd als schender of mogelijke schender van algemeen aanvaarde internationale normen en standaarden, zoals vastgelegd in de beginselen uit het Global Compact van de Verenigde Naties, de richtsnoeren voor multinationale ondernemingen van de OESO, de leidende beginselen van de VN inzake bedrijfsleven en mensenrechten en de onderliggende verdragen daarvan, worden niet aangemerkt als Duurzame Belegging.
Goed bestuur
In de methode van de Benchmarkindex zijn governance-controles opgenomen. Bij elke herschikking van de index sluit de indexaanbieder ondernemingen uit de Benchmarkindex uit op basis van een ESG-controversescore (die de betrokkenheid van de emittent bij ESG-gerelateerde controverses meet) en sluit hij ondernemingen uit waarvan is vastgesteld dat ze inbreuk plegen op de beginselen van het Global Compact van de Verenigde Naties.
H. Databronnen en -verwerking
Databronnen
De Portefeuillebeheerders van BlackRock hebben toegang tot onderzoek, gegevens, tools en analyses om ESG-inzichten in hun beleggingsproces te integreren. Aladdin is het besturingssysteem waarmee de gegevens, de mensen en de technologie die nodig zijn om portefeuilles realtime te beheren, met elkaar in verbinding worden gebracht, en tevens de engine achter de ESG-analyse- en rapportagemogelijkheden van BlackRock. De Portefeuillebeheerders van BlackRock gebruiken Aladdin om beleggingsbeslissingen te nemen, portefeuilles te monitoren en toegang te krijgen tot indexgegevens die het beleggingsproces ondersteunen om de ESG-kenmerken van het Fonds te verwezenlijken.
ESG-datasets zijn afkomstig van externe gegevens- en indexaanbieders, waaronder MSCI, Sustainalytics, Refinitiv, S&P en Clarity AI. Deze datasets kunnen de belangrijkste ESG-scores, gegevens over koolstofuitstoot, maatstaven voor bedrijfsbetrokkenheid of controverses bevatten en zijn opgenomen in Aladdin-tools die beschikbaar zijn voor Portefeuillebeheerders en worden gebruikt in de beleggingsstrategieën van BlackRock. Dergelijke tools ondersteunen het volledige beleggingsproces, van onderzoek tot portefeuillesamenstelling, portefeuillemodellering en rapportage.
Genomen maatregelen om de kwaliteit van de data te waarborgen
BlackRock past een uitgebreid due-diligence-proces toe om het aanbod van aanbieders te evalueren aan de hand van zeer gerichte beoordelingen van de methodologie en de dekking, gebaseerd op de duurzame-beleggingsstrategie (en de ecologische en sociale kenmerken of de duurzame beleggingsdoelstelling) van het product. Ons proces omvat zowel kwalitatieve als kwantitatieve analyses om de geschiktheid van gegevensproducten te beoordelen overeenkomstig de toepasselijke reguleringsnormen.
We beoordelen ESG-aanbieders en -gegevens op vijf kernpunten, die hieronder worden beschreven:
1. Gegevensverzameling: dit omvat onder andere het beoordelen van de onderliggende gegevensbronnen van de gegevensaanbieders, de technologie die wordt gebruikt om gegevens vast te leggen, het proces om onjuiste informatie te identificeren en eventueel gebruik van machine learning of benaderingen waarbij de gegevens door mensen worden verzameld. We nemen ook geplande verbeteringen in overweging.
2. Gegevensdekking: onze beoordeling richt zich onder andere op de mate waarin een gegevenspakket dekking biedt voor ons belegbare universum van emittenten en activaklassen. Dit houdt onder meer in dat we rekening houden met de manier waarop wordt omgegaan met moedermaatschappijen en hun dochterondernemingen, evenals het gebruik van geschatte of gerapporteerde gegevens.
3. Methodologie: onze beoordeling richt zich onder andere op de gebruikte methodologieën van externe aanbieders, waaronder hun benadering van het verzamelen en berekenen van gegevens, hoe ze deze afstemmen op sector- of reglementaire normen of kaders, materialiteitsdrempels en hun benadering van gegevenslacunes.
4. Gegevensverificatie: onze beoordeling richt zich onder andere op de manier waarop externe aanbieders de verzamelde gegevens verifiëren en hun processen van kwaliteitsborging, waaronder hun engagement bij emittenten.
5. Activiteiten: we beoordelen verschillende aspecten van de activiteiten van gegevensaanbieders, waaronder hun beleid en procedures (waaronder het in overweging nemen van belangenconflicten), de omvang en ervaring van hun gegevensonderzoeksteams, hun trainingsprogramma's en hun gebruik van externe dienstverleners.
Daarnaast neemt BlackRock actief deel aan eventuele relevante overlegstructuren met leveranciers over voorgestelde wijzigingen in de methodologie die betrekking hebben op datasets van externe aanbieders of indexmethodologieën, en geeft het uitgebreide feedback en aanbevelingen aan de technische teams van gegevensaanbieders. BlackRock onderhoudt vaak een permanente dialoog met aanbieders van ESG-gegevens, waaronder aanbieders van indexen, om op de hoogte te blijven van ontwikkelingen in de sector.
De wijze waarop de data worden verwerkt
De interne processen van BlackRock zijn gericht op het leveren van gestandaardiseerde consistente gegevens van hoge kwaliteit voor gebruik door beleggingsprofessionals en voor transparantie- en rapportagedoeleinden. De gegevens, inclusief ESG-gegevens, worden ontvangen via onze bestaande interfaces, waarna ze aan een reeks kwaliteits- en volledigheidscontroles worden onderworpen om ervoor te zorgen dat de gegevens die gebruikt worden in BlackRock-systemen en -applicaties, zoals Aladdin, van goede kwaliteit zijn. De geïntegreerde technologie van BlackRock stelt ons in staat om gegevens over emittenten en beleggingen te verzamelen op basis van diverse ecologische, sociale en governancemaatstaven en diverse gegevensaanbieders, en deze ter beschikking te stellen van beleggingsteams en andere ondersteunende en controlefuncties, zoals risicobeheer.
Gebruik van geschatte data
BlackRock streeft ernaar zoveel mogelijk gerapporteerde gegevens van bedrijven via externe gegevensleveranciers te verkrijgen. De sectorstandaarden voor informatieverschaffing zijn echter nog in ontwikkeling, met name met betrekking tot voorspellende indicatoren. Daarom vertrouwen we in bepaalde gevallen op schattingen of indirecte metingen van gegevensleveranciers om ons brede belegbare universum van emittenten te dekken. Gezien de huidige uitdagingen op datagebied baseert BlackRock zich op een aanzienlijke hoeveelheid geschatte gegevens over het belegbare universum, waarbij het aandeel van de geschatte gegevens per dataset kan variëren. We streven ernaar dat het gebruik van schattingen voldoet aan de richtlijnen en dat we over de nodige documentatie beschikken en transparant kunnen zijn over de door gegevensaanbieders gehanteerde methoden. BlackRock erkent dat de datakwaliteit en -dekking moeten worden verbeterd en blijft werken aan de ontwikkeling van de datasets waar onze beleggingsprofessionals en andere teams gebruik van maken. Indien vereist krachtens de lokale regelgeving van een land, worden expliciete gegevensdekkingsniveaus voor de fondsen vermeld. BlackRock streeft ernaar om inzicht te hebben in het gebruik van geschatte gegevens in indexmethodologieën en zich ervan te vergewissen dat ze een degelijke aanpak hanteren die in overeenstemming is met de toepasselijke reglementaire vereisten en indexmethodologieën.
I. Methodologische en databeperkingen
Methodologische beperkingen
Duurzaam beleggen is iets dat voortdurend in ontwikkeling is, zowel wat betreft de inzichten binnen de sector als het regelgevende kader op regionaal en mondiaal niveau. BlackRock blijft de ontwikkelingen in de doorlopende implementatie door de EU van haar kader voor duurzaam beleggen en haar beleggingsmethodologieën controleren, om te zorgen voor afstemming naarmate de regelgeving verandert. Als gevolg hiervan kan BlackRock op elk moment deze informatie en de gebruikte methodologieën en databronnen bijwerken naarmate de marktpraktijken veranderen of er nieuwe richtlijnen beschikbaar worden.
De screening van een Benchmarkindex op zijn ESG-criteria wordt door indexaanbieders over het algemeen alleen uitgevoerd op het moment van herschikking van de index. Bedrijven die voorheen voldeden aan de screeningcriteria van een Benchmarkindex en daarom zijn opgenomen in de Benchmarkindex en het Fonds, kunnen onverwachts of plotseling worden getroffen door een ernstige controverse die een negatieve invloed heeft op hun koers en dus op de prestaties van het Fonds. Als deze bedrijven bestaande componenten van de Benchmarkindex zijn, blijven ze in de Benchmarkindex en dus ook in de portefeuille van het Fonds tot de volgende geplande herschikking (of periodieke herziening), wanneer het betreffende bedrijf geen deel meer uitmaakt van de Benchmarkindex en het mogelijk en praktisch haalbaar is (naar de mening van de Beleggingsbeheerder) om de positie te liquideren. Een Fonds dat een dergelijke Benchmarkindex volgt, voldoet tussen twee indexherschikkingen (of periodieke indexherzieningen) in mogelijk niet meer aan de ESG-criteria totdat de Benchmarkindex opnieuw is herschikt volgens zijn indexcriteria. Op dat moment wordt ook het Fonds herschikt in overeenstemming met zijn Benchmarkindex. Evenzo kunnen indexmethodologieën die zich verbinden tot een minimumpercentage aan Duurzame Beleggingen ook tussen twee herschikkingen in onder dat niveau dalen, waarna ze weer in overeenstemming worden gebracht op het moment van herschikking (of op een later tijdstip zodra dat praktisch haalbaar is).
Beperkingen met betrekking tot de databronnen worden hieronder vermeld.
Databeperkingen
ESG-datasets veranderen en worden steeds beter naarmate de standaarden voor informatieverschaffing, de regelgevende kaders en de praktijken in de sector evolueren. BlackRock blijft samenwerken met uiteenlopende marktdeelnemers om de gegevenskwaliteit te verbeteren.
Hoewel elke ESG-maatstaf zijn eigen beperkingen kan hebben, hebben databeperkingen in grote lijnen betrekking op:
• Een beperkte beschikbaarheid van bepaalde ESG-maatstaven vanwege verschillen in standaarden voor rapportage en informatieverschaffing die gevolgen hebben voor emittenten, regio's of sectoren.
• Nieuwe wettelijke rapportagestandaarden voor bedrijven met betrekking tot duurzaamheid die leiden tot verschillen in de mate waarin bedrijven in staat zijn hun rapportage in lijn te brengen met reglementaire criteria, waardoor sommige maatstaven een laag dekkingsniveau kunnen hebben.
• Inconsistentie in het gebruik en het aandeel van gerapporteerde versus geschatte ESG-gegevens bij verschillende gegevensaanbieders, gemeten over verschillende tijdsperioden, wat ten koste gaat van de vergelijkbaarheid.
• Geschatte gegevens kunnen per definitie afwijken van de werkelijke cijfers als gevolg van de aannames of hypothesen van gegevensaanbieders.
• Verschillen in standpunten of beoordelingen van emittenten als gevolg van verschillende methodologieën van aanbieders of het gebruik van subjectieve criteria.
• De meeste ESG-rapportages en -informatieverschaffing van bedrijven vinden een keer per jaar plaats en het kost veel tijd om deze gegevens te produceren, wat betekent dat ze met vertraging worden geproduceerd vergeleken met financiële gegevens. Er kan ook sprake zijn van een inconsistente verversingsfrequentie van de gegevens bij verschillende gegevensaanbieders die dergelijke gegevens in hun datasets opnemen.
• De dekking en toepasbaarheid van gegevens over activaklassen en indicatoren kunnen variëren.
• Gegevens die betrekking hebben op de toekomst, zoals klimaatgerelateerde doelstellingen, kunnen aanzienlijk verschillen van historische en actuele maatstaven.
Zie het jaarverslag van het Fonds voor meer informatie over de berekeningswijze van maatstaven die worden weergegeven met duurzaamheidsindicatoren.
Duurzame Beleggingen en ecologische en sociale criteria
Duurzaam beleggen en het inzicht in duurzaamheid evolueert mee met de data-omgeving. De spelers uit de sector, waaronder de indexaanbieder, staan voor de uitdaging om één enkele maatstaf of een reeks gestandaardiseerde maatstaven te identificeren waarmee een volledig beeld kan worden verkregen van een bedrijf of een belegging. BlackRock heeft daarom een kader opgesteld om duurzame beleggingen te identificeren, rekening houdend met de reglementaire vereisten en de methodologieën van indexaanbieders.
BlackRock maakt gebruik van methodologieën en gegevens van externe indexaanbieders om te beoordelen of beleggingen ernstige afbreuk doen en of bedrijven praktijken op het gebied van goed bestuur hanteren. In sommige omstandigheden zijn gegevens niet beschikbaar, onvolledig of onnauwkeurig. Ondanks redelijke inspanningen om de informatie te verkrijgen, is deze niet altijd beschikbaar. In dat geval zal de indexaanbieder een beoordeling maken op basis van zijn kennis van de betreffende belegging of sector. In bepaalde gevallen kunnen gegevens betrekking hebben op acties die de emittent mogelijk pas achteraf heeft ondernomen, en geven ze niet alle mogelijke gevallen van ernstige afbreuk weer.
BlackRock voert grondig due-diligence-onderzoek uit naar duurzame-beleggingsmethodologieën van indexaanbieders om ervoor te zorgen dat deze in overeenstemming zijn met BlackRock's opvattingen over Duurzame Beleggingen.
J. Due Diligence
De Beleggingsbeheerder voert een due-diligence-onderzoek uit bij de indexaanbieders en onderhoudt een doorlopende dialoog met hen over de indexmethoden, waaronder de manier waarop ze criteria voor goed bestuur beoordelen, zoals uiteengezet in de SFDR. Dit omvat onder andere, voor elk van de bedrijven waarin wordt belegd, goede managementstructuren, betrekkingen met werknemers, beloning van het betrokken personeel en naleving van de belastingwetgeving.
K. Engagementbeleid
Het Fonds
Het Fonds maakt geen gebruik van engagement om zijn bindende verplichtingen op het gebied van ecologische of sociale kenmerken of duurzame beleggingsdoelstellingen na te komen. De Beleggingsbeheerder heeft geen directe engagementactiviteiten met de bedrijven/emittenten uit de index, maar onderhoudt wel een rechtstreekse dialoog met index- en gegevensaanbieders om betere analyses en meer stabiliteit in de ESG-statistieken te garanderen.
Algemeen
Engagement met bedrijven waarin we het vermogen van onze klanten beleggen, vindt plaats op meerdere niveaus binnen BlackRock.
In welk geval engagement door een bepaald team van portefeuillebeheerders specifiek wordt geïdentificeerd als een van de middelen waarmee ze streven naar betrokkenheid bij ecologische, sociale en governance-kwesties binnen de context van de SFDR, de methoden waarmee de doeltreffendheid van een dergelijk engagementbeleid en de manieren waarop een dergelijk engagementbeleid kan worden aangepast als dit niet het gewenste effect bereikt (meestal uitgedrukt als een vermindering van de gespecificeerde belangrijkste ongunstige indicatoren), worden beschreven in het prospectus en de webpagina's van dit fonds.
Wanneer een beleggingsteam ervoor kiest om engagement te gebruiken, kan dit verschillende vormen aannemen, maar in essentie zal het team van portefeuillebeheerders streven naar een regelmatige en doorlopende dialoog met leidinggevenden of bestuursleden van de betrokken bedrijven waarin wordt belegd om goed bestuur en duurzame zakelijke praktijken te bevorderen, gericht op de geïdentificeerde ESG-kenmerken en belangrijkste ongunstige indicatoren, en om inzicht te krijgen in de doeltreffendheid van zowel het management van het bedrijf als het toezicht op de activiteiten die zijn ontwikkeld om de geïdentificeerde ESG-kwesties aan te pakken. Engagement stelt het team van portefeuillebeheerders ook in staat feedback te geven over de praktijken en informatieverschaffing van bedrijven.
Wanneer een relevant team van portefeuillebeheerders zich zorgen maakt over de manier waarop een bedrijf de geïdentificeerde ESG-kenmerken en/of belangrijkste ongunstige indicatoren benadert, kunnen ze ervoor kiezen om hun verwachtingen kenbaar te maken aan de raad van bestuur of het management van het bedrijf en kunnen ze door te stemmen op algemene vergaderingen aangeven dat bepaalde problemen niet zijn opgelost, in het algemeen door tegen de herverkiezing van bestuurders te stemmen die volgens hen verantwoordelijk zijn voor verbeteringen in de geïdentificeerde ESG-kenmerken of belangrijkste ongunstige indicatoren.
Los van de activiteiten van de afzonderlijke teams van portefeuillebeheerders heeft BlackRock, op het hoogste niveau en als onderdeel van zijn fiduciaire benadering, bepaald dat het op lange termijn in het belang van zijn klanten is om als een geïnformeerde, betrokken aandeelhouder goed bestuur te bevorderen. Bij BlackRock is dit de verantwoordelijkheid van het BlackRock Investment Stewardship-team. Hoofdzakelijk dankzij het werk van het BIS-team voldoet BlackRock aan de vereisten van de herziene aandeelhoudersrichtlijn ("SRD II") met betrekking tot engagement met beursgenoteerde bedrijven en andere partijen in het beleggingsecosysteem. Een exemplaar van het SRD II-engagementbeleid van BlackRock is te vinden op https://www.blackrock.com/corporate/literature/publication/blk-shareholder-rights-directiveii-engagement-policy-2022.pdf.
De benadering van stewardship van BlackRock wordt uiteengezet in de Algemene Principes van BIS en de stemrichtlijnen op marktniveau. In de Algemene Principes van BIS wordt onze filosofie ten aanzien van stewardship uiteengezet, evenals onze visie op corporate governance en duurzame bedrijfspraktijken die de waardecreatie van bedrijven op lange termijn bevorderen. We erkennen dat de geaccepteerde standaarden en normen op het gebied van corporate governance per markt verschillen; we zijn echter van mening dat bepaalde fundamentele elementen van governance-praktijken wereldwijd inherent zijn aan het vermogen van een bedrijf om op lange termijn waarde te creëren. In onze marktspecifieke stemrichtlijnen wordt nader omschreven hoe het BIS-team de Algemene Principes implementeert – rekening houdend met lokale marktstandaarden en -normen – en hoe we stembeslissingen nemen met betrekking tot specifieke onderwerpen op aandeelhoudersvergaderingen. De algemene benadering van stewardship en engagement van BlackRock is te vinden op: https://www.blackrock.com/uk/professionals/solutions/shareholder-rights-directive en https://www.blackrock.com/corporate/about-us/investment-stewardship
Bij het uitvoeren van zijn engagementactiviteiten kan het BIS-team zich richten op bepaalde ESG-thema's, die worden beschreven in de stemprioriteiten van BlackRock: https://www.blackrock.com/corporate/literature/publication/blk-stewardship-priorities-final.pdf
L. Aangewezen referentiebenchmark
Het Fonds streeft ernaar de volgende ecologische en sociale kenmerken die het promoot te verkrijgen door de prestaties te repliceren van de Bloomberg MSCI EUR Corporate Climate Paris Aligned ESG Select Index, de Benchmarkindex, waarin de ESG-selectiecriteria van de indexaanbieder zijn geïntegreerd.
Bij elke herschikking van de index past de indexaanbieder de ESG-selectiecriteria toe op de Moederindex om emittenten uit te sluiten die niet aan dergelijke ESG-selectiecriteria voldoen.
Bij elke herschikking van de index (of zodra dit na de herschikking redelijkerwijs mogelijk en praktisch haalbaar is) wordt de portefeuille van het Fonds ook geherbalanceerd in lijn met de Benchmarkindex.
De Benchmarkindex is door de indexaanbieder aangemerkt als een op de Overeenkomst van Parijs afgestemde EU-benchmark (zoals bedoeld in de Benchmarkverordening) en moet dienovereenkomstig worden opgesteld in overeenstemming met de minimumnormen die de Benchmarkverordening voorschrijft. De Benchmarkindex selecteert, weegt en, waar van toepassing, elimineert emittenten uit de Moederindex om in overeenstemming te zijn met de klimaatverbintenissen uiteengezet in de Overeenkomst van Parijs.
De ESG-selectiecriteria die de indexaanbieder toepast, zijn vermeld onder 'C – Ecologische of sociale kenmerken van het financiële product' hiervoor.
De methode waarmee de Benchmarkindex van het Fonds wordt samengesteld, is te vinden door de volgende link te kopiëren en in de adresbalk van uw internetbrowser te plakken: https://assets.bwbx.io/documents/users/iqjWHBFdfxIU/rUkRYFwWJZJs/v0