A. Samenvatting
Het Subfonds promoot ecologische of sociale kenmerken, maar hanteert geen duurzame beleggingsdoelstelling. Het Subfonds verbindt zich er niet toe duurzame beleggingen te verrichten. Het Subfonds wordt passief beheerd en streeft ernaar de volgende ecologische en sociale kenmerken te promoten door de prestaties van de MSCI Emerging Markets ex Select Controversies Index, de Benchmarkindex, te repliceren: (1) uitsluiting van emittenten die betrokken zijn bij bepaalde activiteiten die geacht worden negatieve ecologische en/of sociale gevolgen te hebben; (2) uitsluiting van emittenten die geacht worden de beginselen van het Global Compact van de Verenigde Naties te schenden; en (3) uitsluiting van emittenten die geacht worden betrokken te zijn bij zeer ernstige ESG-gerelateerde controverses.
Het beleggingsbeleid van het Subfonds bestaat erin te beleggen in een aandelenportefeuille die, voor zover mogelijk en praktisch uitvoerbaar, bestaat uit de effecten die zijn opgenomen in de Benchmarkindex, en daarmee te voldoen aan de ESG-kenmerken van de Benchmarkindex (zoals nader omschreven in Hoofdstuk D 'Beleggingsstrategie' hieronder). Door te beleggen in de effecten van de Benchmarkindex stelt de beleggingsstrategie van het Subfonds het in staat om te voldoen aan de ESG-vereisten van de Benchmarkindex zoals bepaald door de indexaanbieder. Het Subfonds houdt rekening met de belangrijkste ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren door de Benchmarkindex te repliceren, die bij de selectie van effecten voor de index bepaalde ESG-criteria hanteert.
Het Subfonds stelt zich ten doel te beleggen in een effectenportefeuille die, voor zover mogelijk en praktisch uitvoerbaar, bestaat uit de effecten die zijn opgenomen in de Benchmarkindex. Naar verwachting zal ten minste 80% van de activa van het Subfonds worden belegd in effecten uit de Benchmarkindex of in effecten die voldoen aan de ESG-selectiecriteria van de Benchmarkindex. Dit Subfonds heeft zich er op het moment van schrijven niet toe verbonden meer dan 0% van de activa te beleggen in beleggingen in ecologisch duurzame economische activiteiten zoals bedoeld in de Taxonomieverordening.
Het Fonds verbindt zich er momenteel niet toe te beleggen in activiteiten gerelateerd aan fossiel gas en/of kernenergie die voldoen aan de EU-Taxonomie.
Het Subfonds streeft ernaar het rendement van de Benchmarkindex te repliceren, die afhankelijk van de gebruikte methodologie bepaalde ESG-criteria hanteert bij de effectenselectie. BlackRock controleert of het Subfonds zich houdt aan de ecologische en sociale kenmerken die het Subfonds wil promoten. De doelstelling van het Subfonds is het rendement van de Benchmarkindex te repliceren. De ecologische en/of sociale kenmerken van het Subfonds zijn geïntegreerd in de methodologie van de Benchmarkindex en in het kader van de monitoring van het Subfonds wordt bij elke herschikking nagegaan of er afwijkingen zijn in het nakomen van de duurzaamheidsverplichtingen van het Subfonds.
De Portefeuillebeheerders van BlackRock hebben toegang tot onderzoek, gegevens, tools en analyses om ESG-inzichten in hun beleggingsproces te integreren. ESG-datasets zijn afkomstig van externe gegevens- en indexaanbieders, waaronder MSCI, Sustainalytics, Refinitiv, S&P en Clarity AI. De interne processen van BlackRock zijn gericht op het leveren van gestandaardiseerde consistente gegevens van hoge kwaliteit voor gebruik door beleggingsprofessionals en voor transparantie- en rapportagedoeleinden. De gegevens, inclusief ESG-gegevens, worden ontvangen via onze bestaande interfaces, waarna ze aan een reeks kwaliteits- en volledigheidscontroles worden onderworpen om ervoor te zorgen dat de gegevens die gebruikt worden in BlackRock-systemen en -applicaties, zoals Aladdin, van goede kwaliteit zijn.
BlackRock past een uitgebreid due-diligence-proces toe om het aanbod van aanbieders te evalueren aan de hand van zeer gerichte beoordelingen van de methodologie en de dekking, gebaseerd op de duurzame-beleggingsstrategie (en de ecologische en sociale kenmerken of de duurzame beleggingsdoelstelling) van het product. Ons proces omvat zowel kwalitatieve als kwantitatieve analyses om de geschiktheid van gegevensproducten te beoordelen overeenkomstig de toepasselijke reguleringsnormen.
Duurzaam beleggen en het inzicht in duurzaamheid evolueert mee met de data-omgeving. De spelers uit de sector, waaronder indexaanbieders, staan voor de uitdaging om één enkele maatstaf of een reeks gestandaardiseerde maatstaven te identificeren waarmee een volledig beeld kan worden verkregen van een bedrijf of een belegging. ESG-datasets veranderen en worden steeds beter naarmate de standaarden voor informatieverschaffing, de regelgevende kaders en de praktijken in de sector evolueren. In sommige omstandigheden zijn gegevens niet beschikbaar, onvolledig of onnauwkeurig. Ondanks redelijke inspanningen om de informatie te verkrijgen, is deze niet altijd beschikbaar. In dat geval zal de indexaanbieder een beoordeling maken op basis van zijn kennis van de betreffende belegging of sector. In bepaalde gevallen kunnen gegevens betrekking hebben op acties die de emittent mogelijk pas achteraf heeft ondernomen, en geven ze niet alle mogelijke gevallen van ernstige afbreuk weer.
De Beleggingsbeheerder voert een due-diligence-onderzoek uit bij de indexaanbieders en onderhoudt een doorlopende dialoog met hen over de indexmethoden, waaronder de manier waarop ze criteria voor goed bestuur beoordelen, zoals uiteengezet in de SFDR. Dit omvat onder andere, voor elk van de bedrijven waarin wordt belegd, goede managementstructuren, betrekkingen met werknemers, beloning van het betrokken personeel en naleving van de belastingwetgeving.
De Beleggingsbeheerder voert in het kader van de beleggingsstrategie van het Subfonds geen directe engagementactiviteiten uit met de bedrijven/emittenten van de Benchmarkindex. De Beleggingsbeheerder onderhoudt een rechtstreekse dialoog met index- en gegevensaanbieders om betere analyses en meer stabiliteit in de ESG-statistieken te garanderen. Engagement met bedrijven waarin we het vermogen van onze klanten beleggen, vindt plaats op meerdere niveaus binnen BlackRock. Wanneer een beleggingsteam ervoor kiest om engagement te gebruiken, kan dit verschillende vormen aannemen, maar in essentie zal het team van portefeuillebeheerders streven naar een regelmatige en doorlopende dialoog met leidinggevenden of bestuursleden van de betrokken bedrijven waarin wordt belegd om goed bestuur en duurzame zakelijke praktijken te bevorderen, gericht op de geïdentificeerde ESG-kenmerken en belangrijkste ongunstige indicatoren, en om inzicht te krijgen in de doeltreffendheid van zowel het management van het bedrijf als het toezicht op de activiteiten die zijn ontwikkeld om de geïdentificeerde ESG-kwesties aan te pakken. Engagement stelt het team van portefeuillebeheerders ook in staat feedback te geven over de praktijken en informatieverschaffing van bedrijven.
De Benchmarkindex is aangewezen als referentiebenchmark om te bepalen of het Subfonds is afgestemd op de ecologische en/of sociale kenmerken die het promoot.
B. Geen duurzame beleggingsdoelstelling
Het Subfonds promoot ecologische of sociale kenmerken, maar hanteert geen duurzame beleggingsdoelstelling.
Het Subfonds verbindt zich er niet toe duurzame beleggingen te verrichten.
C. Ecologische of sociale kenmerken van het financiële product
Het Subfonds wordt passief beheerd en streeft ernaar de volgende ecologische en sociale kenmerken te promoten door de prestaties van de MSCI Emerging Markets ex Select Controversies Index, de Benchmarkindex, te repliceren:
1. uitsluiting van emittenten die betrokken zijn bij bepaalde activiteiten die geacht worden negatieve ecologische en/of sociale gevolgen te hebben;
2. uitsluiting van emittenten die geacht worden de beginselen van het Global Compact van de Verenigde Naties te hebben geschonden; en
3. uitsluiting van emittenten die geacht worden betrokken te zijn bij zeer ernstige ESG-gerelateerde controverses.
Die ecologische en sociale kenmerken worden geïntegreerd via de selectie van de componenten van de Benchmarkindex van het Subfonds bij elke herschikking van de index (zoals hieronder beschreven). De Benchmarkindex sluit emittenten uit de MSCI Emerging Markets Index (de 'Moederindex') uit op basis van betrokkenheid bij bepaalde activiteiten die beschouwd worden als activiteiten met negatieve ecologische of sociale gevolgen. De Benchmarkindex sluit emittenten uit die betrokken zijn bij de volgende productcategorieën of activiteiten (of gerelateerde activiteiten):
• controversiële wapens
• kernwapens
• civiele vuurwapens
• tabak
• thermische kolen
• oliezanden
Voor elke beperkte activiteit definieert de indexaanbieder de term "betrokkenheid". Dat kan gebaseerd zijn op het percentage van de omzet, een vastgelegde totale-omzetdrempel, of op basis van iedere verbinding met een activiteit waarvoor beperkingen gelden, ongeacht hoeveel omzet daaruit behaald wordt.
De Benchmarkindex sluit ook emittenten uit van de Moederindex die zijn geclassificeerd als zijnde in strijd met de beginselen van het Global Compact van de Verenigde Naties (dit zijn algemeen aanvaarde duurzaamheidsprincipes voor bedrijven die voldoen aan fundamentele verantwoordelijkheden op gebieden als corruptiebestrijding, mensenrechten, arbeid en milieu) en/of die een "rood" oormerk van MSCI voor ESG-controverses hebben (gebaseerd op een controverse-score van MSCI). De controverse-score van MSCI is een maatstaf voor de betrokkenheid (of vermeende betrokkenheid) van een emittent bij ernstige controverses op basis van een beoordeling van de activiteiten en/of producten van de emittent die geacht worden een negatieve ESG-impact te hebben. Een controverse-score van MSCI kan verwijzen naar betrokkenheid bij activiteiten met een negatieve impact die verband houdt met milieukwesties zoals biodiversiteit en landgebruik, energie en klimaatverandering, waterstress, uitstoot van giftige stoffen en afvalkwesties. Een controverse-score van MSCI kan ook gebaseerd zijn op betrokkenheid bij activiteiten met een negatieve impact die verband houdt met sociale kwesties zoals mensenrechten, arbeidsverhoudingen, discriminatie en diversiteit van het personeelsbestand.
In 'Hoofdstuk L - Aangewezen referentiebenchmark' wordt verwezen naar informatiebronnen waarin de methode van de Benchmarkindex nader wordt omschreven.
D. Beleggingsstrategie
Het beleggingsbeleid van het Subfonds bestaat eruit te beleggen in een aandelenportefeuille die, voor zover mogelijk en praktisch uitvoerbaar, bestaat uit de effecten die zijn opgenomen in de Benchmarkindex en daarmee voldoet aan de ESG-kenmerken van de Benchmarkindex. In 'Hoofdstuk C - Ecologische of sociale kenmerken van het financiële product' wordt de indexmethodiek van de Benchmarkindex nader omschreven.
Door in de componenten van de Benchmarkindex te beleggen, stelt de beleggingsstrategie het Subfonds in staat om te voldoen aan de ESG-vereisten van de Benchmarkindex, zoals die door de indexaanbieder zijn vastgesteld. Wanneer beleggingen daar niet langer aan voldoen, kan het Subfonds die effecten alleen aanhouden tot ze niet langer deel uitmaken van de Benchmarkindex en het mogelijk en praktisch uitvoerbaar is (naar mening van de Beleggingsbeheerder) om de positie in kwestie te verkopen.
Het Subfonds kan gebruikmaken van optimaliseringstechnieken om een vergelijkbaar rendement als de Benchmarkindex te behalen, wat wil zeggen dat het kan beleggen in effecten die geen onderliggende componenten van de Benchmarkindex zijn, indien dergelijke effecten een vergelijkbaar rendement bieden (met eenzelfde risicoprofiel) als bepaalde effecten waaruit de Benchmarkindex is samengesteld. Wanneer het Subfonds dat doet, is de beleggingsstrategie om alleen te beleggen in emittenten in de Benchmarkindex of in emittenten die op het ogenblik van aankoop aan de ESG-vereisten van de Benchmarkindex voldoen. Wanneer effecten niet langer aan de ESG-vereisten van de Benchmarkindex voldoen, kan het Subfonds die effecten alleen aanhouden tot de volgende herschikking van de portefeuille en het mogelijk en praktisch uitvoerbaar is (naar mening van de Beleggingsbeheerder) om de positie in kwestie verkopen.
De strategie wordt toegepast bij elke herschikking van de portefeuille van het Subfonds, die de herschikking van de Benchmarkindex volgt.
Het bindende fundament van de beleggingsstrategie van het Subfonds bestaat eruit dat het belegt in een aandelenportefeuille die, voor zover mogelijk en praktisch uitvoerbaar, bestaat uit de effecten die zijn opgenomen in de Benchmarkindex en daarmee voldoet aan de ESG-kenmerken van de Benchmarkindex.
Wanneer het Subfonds gebruikmaakt van de mogelijkheid om optimaliseringstechnieken te gebruiken en belegt in effecten die geen onderliggende componenten van de Benchmarkindex zijn, is de beleggingsstrategie om alleen te beleggen in emittenten in de Benchmarkindex of in emittenten die op het ogenblik van aankoop aan de ESG-vereisten van de Benchmarkindex voldoen.
Wanneer beleggingen niet langer aan de ESG-vereisten van de Benchmarkindex voldoen, kan het Subfonds die effecten alleen aanhouden tot ze niet langer deel uitmaken van de Benchmarkindex en/of het mogelijk en praktisch uitvoerbaar is (naar mening van de Beleggingsbeheerder) om de positie in kwestie te verkopen.
Inaanmerkingneming van de belangrijkste ongunstige effecten (PAI's) op duurzaamheidsfactoren
Het Subfonds houdt rekening met de belangrijkste ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren door de Benchmarkindex te repliceren, die bij de selectie van indexcomponenten bepaalde ESG-criteria hanteert. De Beleggingsbeheerder heeft bepaald dat de hierna vermelde belangrijkste ongunstige effecten bij elke herschikking van de index worden beschouwd als onderdeel van de selectiecriteria van de Benchmarkindex:
• Blootstelling aan ondernemingen actief in de sector fossiele brandstoffen.
• Aandeel van beleggingen in bedrijven met locaties/activiteiten in of nabij biodiversiteitsgevoelige gebieden en waarbij de activiteiten van de bedrijven waarin wordt belegd negatieve gevolgen hebben voor die gebieden.
• Aantal tonnen lozingen in water van de bedrijven waarin wordt belegd per belegd kapitaal van EUR 1 miljoen, uitgedrukt als gewogen gemiddelde.
• Aantal tonnen gevaarlijk afval van de bedrijven waarin wordt belegd per belegd kapitaal van EUR 1 miljoen, uitgedrukt als gewogen gemiddelde.
• Blootstelling aan bedrijven die betrokken zijn geweest bij inbreuken op de beginselen van het Global Compact van de VN of de richtlijnen voor multinationale ondernemingen van de OESO.
• Blootstelling aan bedrijven die betrokken zijn bij de productie of verkoop van controversiële wapens.
Het jaarverslag van het Subfonds zal informatie bevatten over de belangrijkste ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren.
Beleid voor goed bestuur
In de methode van de Benchmarkindex zijn governance-controles opgenomen. Bij elke herschikking van de index sluit de indexaanbieder bedrijven uit van de Benchmarkindex op basis van hun ESG-controverse-score (een maatstaf voor de betrokkenheid van een emittent bij ESG-gerelateerde controverses), waarbij ook bedrijven worden uitgesloten die zijn geclassificeerd als zijnde in strijd met de beginselen uit het Global Compact van de Verenigde Naties, zie 'Hoofdstuk C - Ecologische of sociale kenmerken van het financiële product'.
E. Aandeel beleggingen
Het Subfonds stelt zich ten doel te beleggen in een effectenportefeuille die, voor zover mogelijk en praktisch uitvoerbaar, bestaat uit de effecten die zijn opgenomen in de Benchmarkindex.
Naar verwachting zal ten minste 80% van de activa van het Subfonds worden belegd in effecten uit de Benchmarkindex of in effecten die voldoen aan de ESG-selectiecriteria van de Benchmarkindex. Bij elke herschikking van de index wordt de portefeuille van het Subfonds dan ook geherbalanceerd in lijn met de Benchmarkindex, zodat ten minste 80% van de activa van het Subfonds voldoet aan de ESG-selectiecriteria van de Benchmarkindex (zoals bepaald bij die herschikking).
Indien een belegging niet meer aan de ESG-vereisten van de Benchmarkindex voldoet, kan het Subfonds deze aanhouden totdat het betreffende effect geen deel meer uitmaakt van de Benchmarkindex (of anderszins niet meer voldoen aan de ESG-selectiecriteria van de Benchmarkindex) en het mogelijk en praktisch haalbaar is (naar de mening van de Beleggingsbeheerder) om de positie te liquideren.
Het Subfonds kan tot 20% van zijn activa beleggen in overige beleggingen.
Het Subfonds kan gebruikmaken van derivaten voor beleggingsdoeleinden en ten behoeve van efficiënt portefeuillebeheer in het kader van de ecologische of sociale kenmerken die het Subfonds promoot. Wanneer het Subfonds gebruikmaakt van derivaten om ecologische of sociale kenmerken te promoten, zijn eventuele eerdergenoemde ESG-ratings of -analyses op de onderliggende waarden van toepassing.
Dit Subfonds heeft zich er op het moment van schrijven niet toe verbonden meer dan 0% van de activa te beleggen in beleggingen in ecologisch duurzame economische activiteiten zoals bedoeld in de Taxonomieverordening.
Het Fonds verbindt zich er momenteel niet toe te beleggen in activiteiten gerelateerd aan fossiel gas en/of kernenergie die voldoen aan de EU-Taxonomie.
Dit Subfonds heeft zich er op het moment van schrijven niet toe verbonden meer dan 0% van de activa te beleggen in transitieactiviteiten en faciliterende activiteiten zoals bedoeld in de Taxonomieverordening.
Het Subfonds verbindt zich er niet toe duurzame beleggingen met een milieudoelstelling te verrichten.
Dit Subfonds heeft zich er op het moment van schrijven niet toe verbonden meer dan 0% van de activa te beleggen in sociaal duurzame beleggingen.
Andersoortige beleggingen kunnen cash, geldmarktfondsen en derivaten zijn. Dergelijke beleggingen mogen alleen worden gebruikt met het oog op efficiënt portefeuillebeheer, met uitzondering van derivaten die worden gebruikt voor de valuta-afdekking van aandelenklassen met valuta-afdekking.
Alle ESG-uitsluitingscriteria die de indexaanbieder toepast, zijn alleen van toepassing op de derivaten die betrekking hebben op individuele emittenten waarvan het Subfonds gebruikmaakt. Voor derivaten op basis van financiële indexen, rentetarieven of valuta-instrumenten worden geen ecologische of sociale drempelwaarden gehanteerd.
F. Monitoren van de duurzame of sociale kenmerken
Doorlopende controle van de productintegriteit
BlackRock controleert of het Subfonds zich houdt aan de ecologische en sociale kenmerken die het Subfonds wil promoten. De doelstelling van het Subfonds is het rendement van de Benchmarkindex te repliceren. De ecologische en/of sociale kenmerken van het Subfonds zijn geïntegreerd in de methodologie van de Benchmarkindex en in het kader van de monitoring van het Subfonds wordt bij elke herschikking nagegaan of er afwijkingen zijn in het nakomen van de duurzaamheidsverplichtingen van het Subfonds.
BlackRock controleert gegevens op Subfonds- en indexniveau om bij elke herschikking na te gaan of het Subfonds aan deze kenmerken voldoet.
BlackRock controleert ook de tracking error van het Subfonds en rapporteert dit aan beleggers in de jaar- en halfjaarverslagen en -rekeningen. In het prospectus van het Subfonds is ook informatie over de verwachte tracking error opgenomen.
G. Methodologieën
Het Fonds streeft ernaar het rendement van de Benchmarkindex te repliceren, die afhankelijk van de gebruikte methodologie bepaalde ESG-criteria hanteert bij de effectenselectie (hierboven omschreven in Hoofdstuk C en meer in detail in hoofdstuk L).
Methodologieën
Daarnaast worden de volgende methodologieën gebruikt om te meten in welke mate wordt voldaan aan de sociale of ecologische kenmerken die door het Subfonds worden gepromoot.
De Benchmarkindex maakt gebruikt van de ESG-controversegegevens van MSCI. Ga voor meer informatie naar https://www.msci.com/documents/10199/acbe7c8a-a4e4-49de-9cf8-5e957245b86b
De Benchmarkindex maakt gebruik van screens van MSCI voor bedrijfsbetrokkenheid en UNGC-screens. Ga voor meer informatie naar https://www.msci.com/documents/1296102/1636401/MSCI_ESG_BIS_Research_Productsheet_April+2015.pdf/babff66f-d1d6-4308-b63d-57fb7c5ccfa9
H. Databronnen en -verwerking
Databronnen
De Portefeuillebeheerders van BlackRock hebben toegang tot onderzoek, gegevens, tools en analyses om ESG-inzichten in hun beleggingsproces te integreren. Aladdin is het besturingssysteem waarmee de gegevens, de mensen en de technologie die nodig zijn om portefeuilles realtime te beheren, met elkaar in verbinding worden gebracht, en tevens de engine achter de ESG-analyse- en rapportagemogelijkheden van BlackRock. De Portefeuillebeheerders van BlackRock gebruiken Aladdin om beleggingsbeslissingen te nemen, portefeuilles te monitoren en toegang te krijgen tot indexgegevens die het beleggingsproces ondersteunen om de ESG-kenmerken van het Subfonds te verwezenlijken.
ESG-datasets zijn afkomstig van externe gegevens- en indexaanbieders, waaronder MSCI, Sustainalytics, Refinitiv, S&P en Clarity AI. Deze datasets kunnen de belangrijkste ESG-scores, gegevens over koolstofuitstoot, maatstaven voor bedrijfsbetrokkenheid of controverses bevatten en zijn opgenomen in Aladdin-tools die beschikbaar zijn voor Portefeuillebeheerders en worden gebruikt in de beleggingsstrategieën van BlackRock. Dergelijke tools ondersteunen het volledige beleggingsproces, van onderzoek tot portefeuillesamenstelling, portefeuillemodellering en rapportage.
Genomen maatregelen om de kwaliteit van de data te waarborgen
BlackRock past een uitgebreid due-diligence-proces toe om het aanbod van aanbieders te evalueren aan de hand van zeer gerichte beoordelingen van de methodologie en de dekking, gebaseerd op de duurzame-beleggingsstrategie (en de ecologische en sociale kenmerken of de duurzame beleggingsdoelstelling) van het product. Ons proces omvat zowel kwalitatieve als kwantitatieve analyses om de geschiktheid van gegevensproducten te beoordelen overeenkomstig de toepasselijke reguleringsnormen.
We beoordelen ESG-aanbieders en -gegevens op vijf kernpunten, die hieronder worden beschreven:
1. Gegevensverzameling: dit omvat onder andere het beoordelen van de onderliggende gegevensbronnen van de gegevensaanbieders, de technologie die wordt gebruikt om gegevens vast te leggen, het proces om onjuiste informatie te identificeren en eventueel gebruik van machine learning of benaderingen waarbij de gegevens door mensen worden verzameld. We nemen ook geplande verbeteringen in overweging.
2. Gegevensdekking: onze beoordeling richt zich onder andere op de mate waarin een gegevenspakket dekking biedt voor ons belegbare universum van emittenten en activaklassen. Dit houdt onder meer in dat we rekening houden met de manier waarop wordt omgegaan met moedermaatschappijen en hun dochterondernemingen, evenals het gebruik van geschatte of gerapporteerde gegevens.
3. Methodologie: onze beoordeling richt zich onder andere op de gebruikte methodologieën van externe aanbieders, waaronder hun benadering van het verzamelen en berekenen van gegevens, hoe ze deze afstemmen op sector- of reglementaire normen of kaders, materialiteitsdrempels en hun benadering van gegevenslacunes.
4. Gegevensverificatie: onze beoordeling richt zich onder andere op de manier waarop externe aanbieders de verzamelde gegevens verifiëren en hun processen van kwaliteitsborging, waaronder hun engagement bij emittenten.
5. Activiteiten: we beoordelen verschillende aspecten van de activiteiten van gegevensaanbieders, waaronder hun beleid en procedures (waaronder het in overweging nemen van belangenconflicten), de omvang en ervaring van hun gegevensonderzoeksteams, hun trainingsprogramma's en hun gebruik van externe dienstverleners.
Daarnaast neemt BlackRock actief deel aan eventuele relevante overlegstructuren met leveranciers over voorgestelde wijzigingen in de methodologie die betrekking hebben op datasets van externe aanbieders of indexmethodologieën, en geeft het uitgebreide feedback en aanbevelingen aan de technische teams van gegevensaanbieders. BlackRock onderhoudt vaak een permanente dialoog met aanbieders van ESG-gegevens, waaronder aanbieders van indexen, om op de hoogte te blijven van ontwikkelingen in de sector.
De wijze waarop de data worden verwerkt
De interne processen van BlackRock zijn gericht op het leveren van gestandaardiseerde consistente gegevens van hoge kwaliteit voor gebruik door beleggingsprofessionals en voor transparantie- en rapportagedoeleinden. De gegevens, inclusief ESG-gegevens, worden ontvangen via onze bestaande interfaces, waarna ze aan een reeks kwaliteits- en volledigheidscontroles worden onderworpen om ervoor te zorgen dat de gegevens die gebruikt worden in BlackRock-systemen en -applicaties, zoals Aladdin, van goede kwaliteit zijn. De geïntegreerde technologie van BlackRock stelt ons in staat om gegevens over emittenten en beleggingen te verzamelen op basis van diverse ecologische, sociale en governancemaatstaven en diverse gegevensaanbieders, en deze ter beschikking te stellen van beleggingsteams en andere ondersteunende en controlefuncties, zoals risicobeheer.
Gebruik van geschatte data
BlackRock streeft ernaar zoveel mogelijk gerapporteerde gegevens van bedrijven via externe gegevensleveranciers te verkrijgen. De sectorstandaarden voor informatieverschaffing zijn echter nog in ontwikkeling, met name met betrekking tot voorspellende indicatoren. Daarom vertrouwen we in bepaalde gevallen op schattingen of indirecte metingen van gegevensleveranciers om ons brede belegbare universum van emittenten te dekken. Gezien de huidige uitdagingen op datagebied baseert BlackRock zich op een aanzienlijke hoeveelheid geschatte gegevens over het belegbare universum, waarbij het aandeel van de geschatte gegevens per dataset kan variëren. We streven ernaar dat het gebruik van schattingen voldoet aan de richtlijnen en dat we over de nodige documentatie beschikken en transparant kunnen zijn over de door gegevensaanbieders gehanteerde methoden. BlackRock erkent dat de datakwaliteit en -dekking moeten worden verbeterd en blijft werken aan de ontwikkeling van de datasets waar onze beleggingsprofessionals en andere teams gebruik van maken. Indien vereist krachtens de lokale regelgeving van een land, worden expliciete gegevensdekkingsniveaus voor de fondsen vermeld. BlackRock streeft ernaar om inzicht te hebben in het gebruik van geschatte gegevens in indexmethodologieën en zich ervan te vergewissen dat ze een degelijke aanpak hanteren die in overeenstemming is met de toepasselijke reglementaire vereisten en indexmethodologieën.
I. Methodologische en databeperkingen
Methodologische beperkingen
Duurzaam beleggen is iets dat voortdurend in ontwikkeling is, zowel wat betreft de inzichten binnen de sector als het regelgevende kader op regionaal en mondiaal niveau. BlackRock blijft de ontwikkelingen in de doorlopende implementatie door de EU van haar kader voor duurzaam beleggen en haar beleggingsmethodologieën controleren, om te zorgen voor afstemming naarmate de regelgeving verandert. Als gevolg hiervan kan BlackRock op elk moment deze informatie en de gebruikte methodologieën en databronnen bijwerken naarmate de marktpraktijken veranderen of er nieuwe richtlijnen beschikbaar worden.
De screening van een Benchmarkindex op zijn ESG-criteria wordt door indexaanbieders over het algemeen alleen uitgevoerd op het moment van herschikking van de index. Bedrijven die voorheen voldeden aan de screeningcriteria van een Benchmarkindex en daarom zijn opgenomen in de Benchmarkindex en het Fonds, kunnen onverwachts of plotseling worden getroffen door een ernstige controverse die een negatieve invloed heeft op hun koers en dus op de prestaties van het Fonds. Als deze bedrijven bestaande componenten van de Benchmarkindex zijn, blijven ze in de Benchmarkindex en dus ook in de portefeuille van het Fonds tot de volgende geplande herschikking (of periodieke herziening), wanneer het betreffende bedrijf geen deel meer uitmaakt van de Benchmarkindex en het mogelijk en praktisch haalbaar is (naar de mening van de Beleggingsbeheerder) om de positie te liquideren. Een Fonds dat een dergelijke Benchmarkindex volgt, voldoet tussen twee indexherschikkingen (of periodieke indexherzieningen) in mogelijk niet meer aan de ESG-criteria totdat de Benchmarkindex opnieuw is herschikt volgens zijn indexcriteria. Op dat moment wordt ook het Fonds herschikt in overeenstemming met zijn Benchmarkindex. Evenzo kunnen indexmethodologieën die zich verbinden tot een minimumpercentage aan Duurzame Beleggingen ook tussen twee herschikkingen in onder dat niveau dalen, waarna ze weer in overeenstemming worden gebracht op het moment van herschikking (of op een later tijdstip zodra dat praktisch haalbaar is).
Beperkingen met betrekking tot de databronnen worden hieronder vermeld.
Databeperkingen
ESG-datasets veranderen en worden steeds beter naarmate de standaarden voor informatieverschaffing, de regelgevende kaders en de praktijken in de sector evolueren. BlackRock blijft samenwerken met uiteenlopende marktdeelnemers om de gegevenskwaliteit te verbeteren.
Hoewel elke ESG-maatstaf zijn eigen beperkingen kan hebben, hebben databeperkingen in grote lijnen betrekking op:
• Een beperkte beschikbaarheid van bepaalde ESG-maatstaven vanwege verschillen in standaarden voor rapportage en informatieverschaffing die gevolgen hebben voor emittenten, regio's of sectoren.
• Nieuwe wettelijke rapportagestandaarden voor bedrijven met betrekking tot duurzaamheid die leiden tot verschillen in de mate waarin bedrijven in staat zijn hun rapportage in lijn te brengen met reglementaire criteria, waardoor sommige maatstaven een laag dekkingsniveau kunnen hebben.
• Inconsistentie in het gebruik en het aandeel van gerapporteerde versus geschatte ESG-gegevens bij verschillende gegevensaanbieders, gemeten over verschillende tijdsperioden, wat ten koste gaat van de vergelijkbaarheid.
• Geschatte gegevens kunnen per definitie afwijken van de werkelijke cijfers als gevolg van de aannames of hypothesen van gegevensaanbieders.
• Verschillen in standpunten of beoordelingen van emittenten als gevolg van verschillende methodologieën van aanbieders of het gebruik van subjectieve criteria.
• De meeste ESG-rapportages en -informatieverschaffing van bedrijven vinden een keer per jaar plaats en het kost veel tijd om deze gegevens te produceren, wat betekent dat ze met vertraging worden geproduceerd vergeleken met financiële gegevens. Er kan ook sprake zijn van een inconsistente verversingsfrequentie van de gegevens bij verschillende gegevensaanbieders die dergelijke gegevens in hun datasets opnemen.
• De dekking en toepasbaarheid van gegevens over activaklassen en indicatoren kunnen variëren.
• Gegevens die betrekking hebben op de toekomst, zoals klimaatgerelateerde doelstellingen, kunnen aanzienlijk verschillen van historische en actuele maatstaven.
Zie het jaarverslag van het Fonds voor meer informatie over de berekeningswijze van maatstaven die worden weergegeven met duurzaamheidsindicatoren.
Duurzame Beleggingen en ecologische en sociale criteria
Duurzaam beleggen en het inzicht in duurzaamheid evolueert mee met de data-omgeving. De spelers uit de sector, waaronder de indexaanbieder, staan voor de uitdaging om één enkele maatstaf of een reeks gestandaardiseerde maatstaven te identificeren waarmee een volledig beeld kan worden verkregen van een bedrijf of een belegging. BlackRock heeft daarom een kader opgesteld om duurzame beleggingen te identificeren, rekening houdend met de reglementaire vereisten en de methodologieën van indexaanbieders.
BlackRock maakt gebruik van methodologieën en gegevens van externe indexaanbieders om te beoordelen of beleggingen ernstige afbreuk doen en of bedrijven praktijken op het gebied van goed bestuur hanteren. In sommige omstandigheden zijn gegevens niet beschikbaar, onvolledig of onnauwkeurig. Ondanks redelijke inspanningen om de informatie te verkrijgen, is deze niet altijd beschikbaar. In dat geval zal de indexaanbieder een beoordeling maken op basis van zijn kennis van de betreffende belegging of sector. In bepaalde gevallen kunnen gegevens betrekking hebben op acties die de emittent mogelijk pas achteraf heeft ondernomen, en geven ze niet alle mogelijke gevallen van ernstige afbreuk weer.
BlackRock voert grondig due-diligence-onderzoek uit naar duurzame-beleggingsmethodologieën van indexaanbieders om ervoor te zorgen dat deze in overeenstemming zijn met BlackRock's opvattingen over Duurzame Beleggingen.
J. Due Diligence
De Beleggingsbeheerder voert een due-diligence-onderzoek uit bij de indexaanbieders en onderhoudt een doorlopende dialoog met hen over de indexmethoden, waaronder de manier waarop ze criteria voor goed bestuur beoordelen, zoals uiteengezet in de SFDR. Dit omvat onder andere, voor elk van de bedrijven waarin wordt belegd, goede managementstructuren, betrekkingen met werknemers, beloning van het betrokken personeel en naleving van de belastingwetgeving.
K. Engagementbeleid
Het Subfonds
Het Subfonds maakt geen gebruik van engagement om zijn bindende verplichtingen op het gebied van ecologische of sociale kenmerken of duurzame beleggingsdoelstellingen na te komen. De Beleggingsbeheerder heeft geen directe engagementactiviteiten met de bedrijven/emittenten uit de index, maar onderhoudt wel een rechtstreekse dialoog met index- en gegevensaanbieders om betere analyses en meer stabiliteit in de ESG-statistieken te garanderen.
Algemeen
Engagement met bedrijven waarin we het vermogen van onze klanten beleggen, vindt plaats op meerdere niveaus binnen BlackRock.
In welk geval engagement door een bepaald team van portefeuillebeheerders specifiek wordt geïdentificeerd als een van de middelen waarmee ze streven naar betrokkenheid bij ecologische, sociale en governance-kwesties binnen de context van de SFDR, de methoden waarmee de doeltreffendheid van een dergelijk engagementbeleid en de manieren waarop een dergelijk engagementbeleid kan worden aangepast als dit niet het gewenste effect bereikt (meestal uitgedrukt als een vermindering van de gespecificeerde belangrijkste ongunstige indicatoren), worden beschreven in het prospectus en de webpagina's van dit fonds.
Wanneer een beleggingsteam ervoor kiest om engagement te gebruiken, kan dit verschillende vormen aannemen, maar in essentie zal het team van portefeuillebeheerders streven naar een regelmatige en doorlopende dialoog met leidinggevenden of bestuursleden van de betrokken bedrijven waarin wordt belegd om goed bestuur en duurzame zakelijke praktijken te bevorderen, gericht op de geïdentificeerde ESG-kenmerken en belangrijkste ongunstige indicatoren, en om inzicht te krijgen in de doeltreffendheid van zowel het management van het bedrijf als het toezicht op de activiteiten die zijn ontwikkeld om de geïdentificeerde ESG-kwesties aan te pakken. Engagement stelt het team van portefeuillebeheerders ook in staat feedback te geven over de praktijken en informatieverschaffing van bedrijven.
Wanneer een relevant team van portefeuillebeheerders zich zorgen maakt over de manier waarop een bedrijf de geïdentificeerde ESG-kenmerken en/of belangrijkste ongunstige indicatoren benadert, kunnen ze ervoor kiezen om hun verwachtingen kenbaar te maken aan de raad van bestuur of het management van het bedrijf en kunnen ze door te stemmen op algemene vergaderingen aangeven dat bepaalde problemen niet zijn opgelost, in het algemeen door tegen de herverkiezing van bestuurders te stemmen die volgens hen verantwoordelijk zijn voor verbeteringen in de geïdentificeerde ESG-kenmerken of belangrijkste ongunstige indicatoren.
Los van de activiteiten van de afzonderlijke teams van portefeuillebeheerders heeft BlackRock, op het hoogste niveau en als onderdeel van zijn fiduciaire benadering, bepaald dat het op lange termijn in het belang van zijn klanten is om als een geïnformeerde, betrokken aandeelhouder goed bestuur te bevorderen. Bij BlackRock is dit de verantwoordelijkheid van het BlackRock Investment Stewardship-team. Hoofdzakelijk dankzij het werk van het BIS-team voldoet BlackRock aan de vereisten van de herziene aandeelhoudersrichtlijn ("SRD II") met betrekking tot engagement met beursgenoteerde bedrijven en andere partijen in het beleggingsecosysteem. Een exemplaar van het SRD II-engagementbeleid van BlackRock is te vinden op https://www.blackrock.com/corporate/literature/publication/blk-shareholder-rights-directiveii-engagement-policy-2022.pdf.
De benadering van stewardship van BlackRock wordt uiteengezet in de Algemene Principes van BIS en de stemrichtlijnen op marktniveau. In de Algemene Principes van BIS wordt onze filosofie ten aanzien van stewardship uiteengezet, evenals onze visie op corporate governance en duurzame bedrijfspraktijken die de waardecreatie van bedrijven op lange termijn bevorderen. We erkennen dat de geaccepteerde standaarden en normen op het gebied van corporate governance per markt verschillen; we zijn echter van mening dat bepaalde fundamentele elementen van governance-praktijken wereldwijd inherent zijn aan het vermogen van een bedrijf om op lange termijn waarde te creëren. In onze marktspecifieke stemrichtlijnen wordt nader omschreven hoe het BIS-team de Algemene Principes implementeert – rekening houdend met lokale marktstandaarden en -normen – en hoe we stembeslissingen nemen met betrekking tot specifieke onderwerpen op aandeelhoudersvergaderingen. De algemene benadering van stewardship en engagement van BlackRock is te vinden op: https://www.blackrock.com/uk/professionals/solutions/shareholder-rights-directive en https://www.blackrock.com/corporate/about-us/investment-stewardship
Bij het uitvoeren van zijn engagementactiviteiten kan het BIS-team zich richten op bepaalde ESG-thema's, die worden beschreven in de stemprioriteiten van BlackRock: https://www.blackrock.com/corporate/literature/publication/blk-stewardship-priorities-final.pdf
I. Aangewezen referentiebenchmark
Het Subfonds streeft ernaar de ecologische en sociale kenmerken die het promoot te verwezenlijken door de prestaties te repliceren van de MSCI Emerging Markets ex Select Controversies Index, de Benchmarkindex, waarin de ESG-selectiecriteria van de indexaanbieder zijn geïntegreerd.
Bij elke herschikking van de index past de indexaanbieder de ESG-selectiecriteria toe op de Moederindex om emittenten uit te sluiten die niet aan dergelijke ESG-selectiecriteria voldoen.
Bij elke herschikking van de index (of zo snel nadien als redelijkerwijs mogelijk en praktisch uitvoerbaar is) wordt ook de portefeuille van het Subfonds herschikt om opnieuw in overeenstemming te zijn met de Benchmarkindex.
De Benchmarkindex sluit emittenten die niet voldoen aan de ESG-selectiecriteria uit van de Moederindex, een brede marktindex. De uitgesloten ESG-selectiecriteria worden hierboven beschreven, zie 'Hoofdstuk C - Ecologische of sociale kenmerken van het financiële product'.
De methode waarmee de Benchmarkindex van het Subfonds wordt samengesteld, is te vinden door de volgende link te kopiëren en in de adresbalk van uw internetbrowser te plakken: https://www.msci.com/eqb/methodology/meth_docs/MSCI_Global_ex_Select_Controversies_Index_Aug_2020.pdf
De methode waarmee de Benchmarkindex van het Subfonds wordt samengesteld, is ook te vinden op de website van de indexaanbieder: https://www.msci.com/index-methodology.